Priegelproat




Ik wil den mei gaan houwen
Voor mijn liefs' vensterkijn
Ende schenken mijn lief trouwe
Die allerliefste mijn
Ende zeggen: Lief wilt komen
Voor u klein vensterken staan
Ontvangt den mei met bloemen
Hij is zo wel gedaan



De Meiboom

Op 1 mei staat alles in bloei en in de landbouw breekt een periode van betrekkelijke rust aan. Op het platteland gebruikte men die omstandigheid om regelingen te treffen tav van werk. Zo deden op of rond de `meidag` nieuwe knechten en dienstboden hun intrede en werden landerijen in pacht genomen. Ook in steden handhaafde men dit boeren ritme.

Tegen deze achtergrond voltrok zich het meifeest, met zijn vruchtbaarheidssymboliek. Niet alleen ten aanzien van land, gewas en vee, ook ten aanzien van huwbare jongens en meisjes.

In de nacht voor 1 mei werden de meibomen geplant, meitakken geplaatst op huizen en stallen en brandstapels opgericht voor de traditionele meivuren.

In de Middeleeuwen moesten dus hele steden in het groen zijn gezet. Elk huis had zijn meiboom, elk venster zijn meitak.

In het holst van de nacht gingen de jongens de meitakken bij de huizen van de meisjes aanbrengen.

Aansluitend begon het dansen rond de meiboom

De oude meiboom heeft nog diverse sporen in Nederland nagelaten. De paastak van Denekamp, de pinksterkroon van Deventer en de Kallemooi van Schiermonnikoog herinneren eraan, evenals de traditionele boomtak op het hoogste punt van een bouw. Verder resteren in Zuid-Limburg enkele echte meibomen.

De eerste mei is als feest zo goed als verdwenen in Nederland.

Op de Vrije School wordt grote aandacht besteed aan het ritmische beleven van het jaarverloop. Daarbij spelen de jaarfeesten een belangrijke rol. Door elk jaar opnieuw de jaarfeesten te vieren, vinden de kinderen een houvast in het tijdsverloop van een jaar.

Op de Vrije scholen is de Meiboom nog in ere rond het Pinksterfeest.




Vrouw Holle Tafelspel voor de kleutergroep, of 7 en 8 jarigen.


Zie ook: Vier de seizoenen


 Vrouw Holle Tafelspel




****Een Tafelspel: bij een tafelspel wordt een uiterlijk beeld van een verhaal gemaakt en uitgebeeld op een tafel. De figuren van bijvoorbeeld een sprookje lopen hun levensweg. Op de tafel zijn de plekken te zien waar de sprookjesfiguur aankomt om ervaringen op te doen. Terwijl het verhaal wordt verteld, worden de figuren van de ene plaats naar de andere bewogen. Als het kind al bekend is met de tekst kan het sprookje worden voorgelezen. Daar is dan een tweede persoon voor nodig.
Voor de aanvang van het spel is er een kleed over het tafereel gelegd en wordt dan vervolgens verwijderd. Er kan dan ook een muziekje klinken. De figuren worden door een persoon bewogen. De persoon is dus zichtbaar. Aan het eind wordt het kleed er weer over gelegd.
 


Als je een tafelspel teveel vindt om te maken, kan je ook alleen een
scene/tafereeltje uit een verhaal laten zien.

****Een Tafereeltje met 1 of 2 figuurtjes.
Tijdens het voorlezen kijkt het kind naar een of meerdere figuren die op een passend kleurig kleed zijn neergezet. Met hier en daar iets neergelegd uit de natuur.




Naar boven